In•ter•sek•se•fo•bie (zelfstandig naamwoord) is de angst voor- of haat tegen intersekse personen.

Intersekse verwijst naar de ervaringen van mensen die geboren worden met een lichaam dat niet past binnen de normatieve definities van man of vrouw. Ongeveer 1 op de 100 mensen is intersekse. Wanneer je over intersekse spreekt, is het belangrijk om uit te gaan van seksediversiteit. Dit betekent dat biologisch geslacht een spectrum is met oneindig veel gelijkwaardige variaties. Intersekse is de ‘I’ in LHBTI. Intersekse gaat over seksediversiteit, waar Lesbisch, Homo, Bi+ (LHB) over seksuele diversiteit gaan, en Transgender (T) over genderdiversiteit.
Een voorbeeld van interseksefobie zijn de medisch niet-noodzakelijke non-consensuele behandelingen (NNMB’s) die nog steeds uitgevoerd worden bij intersekse personen, en dan voornamelijk bij intersekse baby’s en kinderen. Deze NNMB’s worden in Nederland nog steeds uitgevoerd. Soms gaat interseksefobie zo ver dat het leidt tot abortus van ongeboren intersekse baby’s, of infanticide van intersekse kinderen.
Interseksefobie leidt niet alleen tot NNMB’s, maar ook tot discriminatie van intersekse personen in meerdere opzichten, bijvoorbeeld onderwijs, werk, gezondheid & gezondheidszorg, sport, of geslachtsregistratie.
In Nederland zet de Nederlandse organisatie voor seksediversiteit (NNID) zich in voor de emancipatie van intersekse personen, en de acceptatie van seksediversiteit. NNID is ook actief op internationaal niveau, bijvoorbeeld bij de EU en de VN, om zo de positie van intersekse personen verder te kunnen verbeteren.
Wil je meer weten over intersekse of seksediversiteit? Kijk dan op www.seksediversiteit.nl, of volg NNID op Facebook of Instagram.